-
1 op het spel zetten
aventurer, oser, risquer op het station entrer en gare, entrer -
2 alles op het spel zetten
alles op het spel zetten -
3 iets op het spel zetten
iets op het spel zettenmettre qc. en jeu 〈 ook figuurlijk〉 -
4 spel
♦voorbeelden:gevaarlijk spel spelen • jouer un jeu dangereuxgewaagd, grof, hoog spel spelen • jouer gros jeuzijn verbeelding vrij spel laten • donner libre cours à son imaginationiemand vrij spel laten • laisser le champ libre à qn.vrij spel hebben • avoir les mains libreshet spel heeft nu wel lang genoeg geduurd • le manège a assez durédit paneel heeft te veel spel • ce panneau a trop de jeuhij maakt van alles een spel • il prend tout à la légère〈 figuurlijk〉 een spel met iemand spelen • se payer la tête de qn.een fraai uitgevoerd spel • un jeu joliment faitiets op het spel zetten • mettre qc. en jeu 〈 ook figuurlijk〉〈 spreekwoord〉 ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde • malheureux au jeu, heureux en amoureen mooi spel hebben • avoir un beau jeude Olympische Spelen • les Jeux olympiques (< afkorting> J.O.)het spel gewonnen geven • abandonner la partiehet spel winnen • gagner la partieeen spel van drie uur • une partie de trois heures¶ een spel van kat en muis spelen • jouer avec qn. comme un chat avec une sourisbuiten spel blijven • rester sur la touchein het spel zijn • être en jeuer is een vergissing in het spel • il y a (un) malentendualles op het spel zetten • risquer le tout pour le toutuw toekomst staat op het spel • il y va de votre avenir -
5 kat
♦voorbeelden:een cyperse kat • un chat tigréde Gelaarsde Kat • le Chat bottéer uitzien als een verzopen kat • être trempé comme une soupede kat uit de boom kijken • se tenir sur la réservede kat in het donker knijpen • agir en dessousmaak dat de kat wijs! • à d'autres!dat weet de (onze) kat ook • ce n'est pas bien sorcierde kat zit in de gordijnen • ça va chaufferzo vals als een kat • méchant comme un âne rougezich als een kat in een vreemd pakhuis voelen • se sentir tout à fait dépaysézo nat als een kat • trempé comme un canard, comme une soupede kat de bel aanbinden • attacher le greloteen kat in de zak kopen • acheter chat en pochekat in het bakkie • c'est du gâteau〈 spreekwoord〉 als de kat van huis is, dansen de muizen in het voorhuis (op tafel) • quand le chat n'est pas là, les souris dansent〈 spreekwoord〉 men moet de kat niet bij het spek zetten, op het spek binden • il ne faut pas enfermer le loup dans la bergerie4 iemand een kat geven • lancer des piques à qn. -
6 kaart
♦voorbeelden:de hoge kaarten • les hautes carteslage kaarten • basses cartesde kaart geven • distribuer les carteskaarten wassen • battre les cartesgroene kaart • carte verteeen kaart van Europa • une carte de l'Europe6 mag ik de kaart van u? • (garçon,) la carte, s'il vous plaîtdat is een haalbare kaart • c'est (tout à fait) réalisabledat is geen haalbare kaart • c'est irréalisableopen kaart spelen • jouer cartes sur tablehij speelt geen open kaart • il agit en-dessousde kaart leggen • tirer les cartes (à qn.)zijn kaarten op tafel leggen, blootleggen • abattre son jeude kaarten liggen nu anders • le vent a tournéiemand in de kaart kijken • connaître le dessous des cartes de qn.zich in de kaart laten kijken • ne pas savoir cacher son jeuzich niet in de kaart laten kijken • cacher son jeuiemand in de kaart spelen • faire le jeu de qn.van de kaart zijn • avoir perdu les pédales -
7 punt
♦voorbeelden:een punt van overeenkomst • un point communeen punt van overweging • un sujet de réflexionhet dode punt • le point morthet kritieke punt • le point critiqueéén van de mooiste punten van ons land • un des plus beaux endroits de notre payseen teer punt aanroeren • toucher un point sensiblezijn zwakke punt • son point faiblepunten sparen • garder des timbres-primeergens een punt achter zetten • mettre le point final à qc.punt, uit! • un point c'est tout!op het punt staan iets te gaan doen • être sur le point de faire qc.〈 beurswezen〉 de aandelen X zijn drie punten gestegen • les actions X ont gagné trois points en BourseII 〈 het〉♦voorbeelden:1 ergens een punt van maken • faire toute une affaire de qc.punt voor punt • point par pointgeen punt! • pas de problème!III 〈de〉♦voorbeelden:de punt van een potlood • la pointe d'un crayoneen punt van de taart • un morceau de tartede punt van de tafel • le coin de la tablehij zat op de punt, het puntje van zijn stoel • 〈 letterlijk〉 il était assis à l'extrémité de sa chaise; 〈 figuurlijk〉 il était tout ouïe -
8 plaats
♦voorbeelden:de plaats bepalen • localisereen plaats bespreken • retenir une placeiemands plaats innemen • prendre la place de qn.het is hier de plaats niet om • ce n'est pas l'endroit indiqué pourplaats maken (voor iemand) • faire place (à qn.)deze tafel neemt veel plaats in • cette table prend beaucoup de placeneemt u a.u.b. plaats • veuillez vous asseoir, s.v.p.een plaats openlaten • laisser une placezijn plaats niet weten • ne pas connaître sa placein, op de eerste plaats • en premier lieuterug naar zijn plaats gaan • retourner à sa placeop de plaats rust • reposop z'n plaats • à sa placeop uw plaatsen!, klaar, af! • à vos marques, prêts, partez!zijn gezin komt op de eerste plaats • sa famille passe avant (tout)〈 figuurlijk〉 iemand op zijn plaats zetten • remettre qn. à sa placeter plaatse • sur placevan plaats veranderen • changer de placeniet van zijn plaats te krijgen zijn • ne pas pouvoir être délogé de sa placede eerste plaats innemen • prendre la première placeop de eerste plaats staan • être le premiereen gewijde plaats • un lieu sainter is op verschillende plaatsen regen gevallen • il a plu à différents endroitshij is op een zekere plaats • il est au petit endroitje kunt niet op twee plaatsen tegelijk zijn • on ne peut pas être partout à la foisop die plaats doet het pijn • c'est à cet endroit que ça fait malop sommige plaatsen gaat de verf eraf • la peinture se détache par endroits¶ iets in de plaats stellen van • substituer qc. àvoor iets, iemand in de plaats komen • remplacer qc., qn.in plaats van • au lieu dein plaats dat hij nu zelf kwam • au lieu de venir lui-mêmein jouw plaats deed ik het • à ta place, je le ferais -
9 plaatsing
1 [op de juiste plaats zetten] mise 〈v.〉 en place ⇒ 〈 vestiging〉 implantation 〈v.〉 ⇒ 〈 vooral geld, aanstelling〉 placement 〈m.〉♦voorbeelden:de plaatsing van een wasautomaat • l'installation d'une machine à laverde plaatsing van kruisraketten • le déploiement de missiles de croisière -
10 vuil
vuil1〈 het〉♦voorbeelden:1 iemand behandelen als een stuk vuil • traiter qn. comme un chiengrof vuil • objet encombrant mis au rebutergens voor oud vuil liggen • être abandonné de toushet vuil afkrabben • gratter la crasse〈 figuurlijk〉 met vuil gooien naar iemand • noircir qn.————————vuil21 [algemeen] sale2 [vervuild] pollué3 [bedorven] gâté4 [vuil makend] salissant♦voorbeelden:1 vuile dief! • sale voleur!een vuil gezicht zetten • prendre un air hargneuxvuile hond! • canaille!vuile schooier! • salaud!een vuile vent • un sale typevuil weer • un sale tempseen vuile zaak, een vuil zaakje • une histoire sordideiemand vuil aankijken • jeter un regard noir à qn.zich vuil maken • se salirvuil in de mond zijn • être ordurierhet vuile werk opknappen • faire le sale boulot -
11 plek
♦voorbeelden:1 een apart plekje in iemands hart innemen • avoir une place spéciale dans le coeur de qn.een blauwe plek • un bleuop een koele plek zetten • mettre au fraiseen mooie plek • un joli coineen natte plek • un endroit humideeen open plek in het bos • une clairièrez'n plek gevonden hebben • 〈 werk〉 être finalement à sa place; 〈 plaats〉 avoir trouvé l'endroit idéalhet boek lag nog op dezelfde plek • le livre était toujours à la même place -
12 drie
1 trois♦voorbeelden:hoofdstuk drie • chapitre troisdrie aan drie • trois par troisiets in drieën delen • partager qc. en troiseen auto in z'n drie zetten • passer la troisièmezij waren met hun drieën • ils étaient troishet is tegen drieën • il est près de trois heureseen drie voor wiskunde • un trois (sur dix) en maths -
13 koers
♦voorbeelden:de koers bepalen • fixer la routekoers houden (op) • garder le cap (sur)koers zetten naar • mettre le cap surhet schip op, in koers brengen • redresser le navireuit de koers brengen • dévier -
14 voorzetten
1 [voor iets, iemand zetten] mettre (devant)2 [voor laten lopen; vooruitzetten] avancer♦voorbeelden:1 iemand iets voorzetten • servir qc. à qn.de luiken voorzetten • fermer les voletshet rechterbeen voorzetten • avancer la jambe droite1 [sport en spel] centrer (le ballon)
См. также в других словарях:
Spiel — 1. A grundehrlichs Spiel, sägt der Hämmerle von Aalen. (Aalen.) 2. Am Ende des Spiels wartet der Teufel. Engl.: Gaming has the devil at the bottom. 3. Am Spiel erkennt man, was in einem steckt. – Petri, II, 14. 4. An ein schön Spiel denkt man… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Haar — 1. An einem Haar zieht man mich hin, wo ich gern bin. – Körte, 2504. 2. Auch ein Haar hat seinen Schatten. – Eiselein, 266; Simrock, 4151. Böhm.: I vlas má svůj stín. (Čelakovsky, 284.) Lat.: Etiam capillus unus habet umbram suam. (Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Holländische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländisch-Flämische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländische Sprache — Niederländisch (Nederlands) Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur dialektal in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische… … Deutsch Wikipedia